In de beperkte gemeenschap van goederen komt het er, kortgezegd, op neer dat; al het vermogen en schulden opgebouwd voor de huwelijksdatum buiten de beperkte gemeenschap valt.
Alleen de bezittingen en schulden, welke voor het huwelijk al gemeenschappelijk waren of gedurende het huwelijk zijn verkregen, vallen in de beperkte gemeenschap van goederen. Deze moeten bij scheiding worden verdeeld. Het is dus verstandig voorafgaand aan het sluiten van het huwelijk goed vast te leggen wat als privé (vermogen en schulden) te beschouwen is.
Ook een onderneming welke voor het huwelijk bestond, blijft privé. Maar de ondernemende echtgenoot moet dan aan de gemeenschap wel een redelijke vergoeding voldoen. Voor arbeid, vaardigheden en kennis die deze echtgenoot voor de onderneming heeft aangewend. Wat die redelijke vergoeding precies inhoud? Dat heeft de wetgever niet vastgelegd. Een onderneming welke is gestart tijdens het huwelijk valt dus in de beperkte gemeenschap. En moet bij een scheiding worden verdeeld.
Ook erfenissen en schenkingen die tijdens het huwelijk zijn verkregen vallen niet in de beperkte gemeenschap. Het is dus niet meer noodzakelijk om een uitsluitingsclausule te verbinden aan erfenissen en schenkingen om te zorgen dat deze privé blijven.
De toekomst zal moeten uitwijzen. Hoe werkt de beperkte gemeenschap van goederen in de praktijk. In ieder geval is duidelijk dat een goede administratie noodzakelijk is. Zowel voor als tijdens het huwelijk. Dit om discussie over eigendom in geval van echtscheiding te voorkomen.